ASS
Kinderen met ASS (een afkorting van Autistisch Spectrum Stoornis, wat de officiële naam voor autisme is) hebben allemaal hetzelfde probleem: “Help mij om orde te brengen in de chaos om mij heen.” Dit komt omdat je, als je autistisch bent, vooral gericht bent op jezelf en je afsluit van de buitenwereld. Daardoor maakt die buitenwereld een rommelige indruk op je. Je begrijpt vaak niet wat andere mensen bedoelen omdat je in je eigen wereldje zit en die anders is dan de buitenwereld. En het vervelende is dat die andere mensen jou vaak ook niet goed begrijpen en je daardoor soms een beetje raar vinden overkomen terwijl je aan het uiterlijk van autisten niks bijzonders ziet.
Voorbeelden
Kinderen met autisme nemen dingen meestal letterlijk. Terwijl andere mensen dingen soms figuurlijk bedoelen. En dat is verwarrend.
Als iemand zegt: Ik heb dat voor een appel en een ei gekocht. wordt niet letterlijk bedoeld dat die er een appel en een ei voor betaald heeft, maar wordt bedoeld dat hij het goedkoop heeft gekocht.
Een ander probleem voor je is dat alles zo snel gaat. Je hebt tijd nodig om wat er gebeurt, tot je door te laten dringen en te begrijpen. Je wordt vaak zenuwachtig en bang als alles snel gaat. Daarbij is het tijdsbesef zeer beperkt. De tijd verstrijkt zonder dat je er erg in hebt.
De zintuigen van kinderen met autisme zijn vaak erg gevoelig. Je hoort bijvoorbeeld heel scherp waardoor ‘gewone’ geluiden pijn doen aan je oren. Je huid is soms ontzettend gevoelig waardoor aanrakingen erg onprettig aanvoelen. Daardoor wil je graag je oude, vieze kleren aan want die voelen zachter aan dan stijve, schone kleren.
Het meest indringend aan kinderen met autisme is hun angst. De angst waar geen reden voor lijkt en die je met allerlei rituelen het hoofd probeert te bieden.
Kenmerken
Heb je autisme dan kom je bij anderen soms vreemd over omdat je je anders gedraagt;
Kinderen met autisme begrijpen de wereld anders. Hierdoor is het lastig voor je om aansluiting te vinden bij andere kinderen.
Kinderen met autisme spelen het liefst op zichzelf. Je wilt ook wel met anderen spelen maar dan moet jij wel het spel bepalen. Doen wat het andere kind graag wil, is lastig voor je want dan weet je niet hoe het spel gaat aflopen en dat kan eng zijn;
Je vindt het prettig om altijd met hetzelfde te spelen of hetzelfde spelletje te doen. Voor jou hoeft het niet (steeds) iets anders of nieuws te zijn;
Als autist vind je het lastig om mét iemand te praten; je hoort niet echt wat die ander zegt. Makkelijker is om tegen iemand te praten;
Je ziet als autist nooit echt aan het gezicht van iemand anders of die nu vrolijk is of misschien juist wel verdrietig. Je snapt het beter als die persoon je gewoon zegt: ‘Ik ben verdrietig vandaag’;
Je merkt niet zo snel op wat er om je heen gebeurt. Als je aan het spelen bent of televisie kijkt, dan heb je alleen daar oog en aandacht voor.